Recht toe Recht aan
Raad voor kinderbescherming ter zitting: top of flop?
Bij sommige zittingen is er iemand van de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad) aanwezig. Rechters hechten veel waarde aan het advies van de raad, en in veel gevallen wordt dat advies ook gevolgd. De vraag is of het de zaak wel goed doet.
In de adviezen van de raad (zowel in de rapportages als op de zittingen) komt nog altijd veel terughoudendheid naar voren. Dat komt de omgang tussen het kind en de niet-verzorgende ouder (vaak de vader) niet ten goede. Hoe zit dat met raadsvertegenwoordiger op de zitting?
Nadat er een raadsonderzoek heeft plaatsgevonden
Als de raad op verzoek van de rechtbank een onderzoek heeft gedaan en een rapport met een advies heeft opgesteld en ingediend, zal iemand namens de raad op de zitting aanwezig zijn om het rapport toe te lichten. Het zou het beste zijn als de raadsonderzoeker persoonlijk aanwezig is op de zitting, maar in de meeste gevallen is dat niet zo en komt een vertegenwoordiger van de raad.
De vertegenwoordiger op de zitting moet niet alleen het rapport goed kennen, hij (of zij) moet ook de zitting goed kunnen ‘lezen’ en alle omstandigheden meenemen. Ik zie veel verschillen tussen de vertegenwoordigers. Er zijn vertegenwoordigers die goed zijn voorbereid en ter zitting belangrijke nuances kunnen aanbrengen. Maar ik zie ook vele die het advies (vanuit het rapport) letterlijk voorlezen zonder het gehele rapport goed te kennen, en geen nuance kunnen of willen aanbrengen naar aanleiding van wat op de zitting allemaal is gezegd. Op deze manier heeft de aanwezigheid van een raadsvertegenwoordiger geen enkele meerwaarde, en kan zelfs grote gevolgen hebben.
Voor de kwaliteit van een goede procedure en het toepassen van hoor en wederhoor, is het wat mij betreft beter dat de raadsonderzoeker zelf ter zitting aanwezig is.
Ik adviseer daarom goed voorbereid op de zitting te komen en als u het niet eens bent met de rapportage geen genoegen te nemen met enkel een herhaling van de conclusies en het advies. Uw advocaat mag (en moet ook) kritisch zijn.
Aanwezigheid zonder voorafgaand onderzoek
Bij sommige zittingen wordt de raad door de rechtbank opgeroepen nog voordat er een rapport is opgemaakt. De raad zal dan ter zitting op basis van de ingediende stukken en wat er op de zitting over en weer is besproken direct een advies aan de rechter geven.
De rechter beslist of de raad wordt uitgenodigd voor de zitting. Dat hangt af van de aard van zaak. De rechtbanken verschillen daar onderling ook weer in.
Helaas komt het regelmatig voor dat de raadsmedewerker niet over alle stukken beschikt die door de advocaten zijn ingediend. De ene rechtbank stuurt de stukken zelf door aan de raad, de andere rechtbank gaat er vanuit dat de advocaat dat doet. Er is in ieder geval geen landelijke uniformiteit op dat vlak. En dan is er nog het probleem dat de aan de raad verstuurde stukken regelmatig niet tijdig bij de betreffende vertegenwoordiger terecht komen.
Het gevolg is dat de raadsvertegenwoordiger onvoldoende kennis van en informatie over de zaak heeft, en enkel op basis van het verloop van de zitting een advies zal geven. Daarin schuilt een groot risico, zeker als het een onervaren vertegenwoordiger is.
De meeste zittingen kenmerken zich door strijd, verwijten die over en weer gaan en allerlei beschuldigen. Wie er gelijk heeft is lang niet altijd vast te stellen, de rechtbank doet in familiezaken immers niet aan waarheidsvinding. Het advies laat zich dan vaak raden: er moet eerst rust komen, dus de omgang moet beperkt worden of beperkt blijven. Of: deze ouders kunnen niet met elkaar communiceren, dus nu geen uitbreiding van de zorgregeling. Of: er moet eerst hulpverlening komen, of een raadsonderzoek, en tot die tijd is er geen ruimte voor omgang of een uitbreiding.
Van een deugdelijk en onderbouwd advies is dan geen sprake. Als de rechter onvoldoende kritisch is en meelift op het advies wordt de niet-verzorgende ouder daar vaak de dupe van.
Mijn advies is dat uw advocaat kritisch moet zijn en de raadsvertegenwoordiger op de zitting weerwoord moet bieden indien in uw nadeel wordt geadviseerd.
Conclusie
Het is eigenlijk heel simpel. De meerwaarde van een raadsvertegenwoordiger valt of staat met diens kennis van de zaak, ervaring en kwaliteit. Een gebrek daaraan zal al snel leiden tot een ondeugdelijk en terughoudend advies, met alle negatieve gevolgen van dien. Om te voorkomen dat het ‘flop’ wordt, is het van groot belang dat u met uw advocaat goed voorbereid bent, en dat uw advocaat kritisch is op het advies van de raadsvertegenwoordiger. Of het dan ‘top’ wordt, zal vervolgens van de rechter afhangen.
Mr. J.M. Wigman, advocaat in Den Haag Wigman & Sardjoe advocaten