Recht toe Recht aan 

Vechtscheidingen – wie doet er wat aan?

Recent is de ‘vechtscheiding’ weer een aantal keer in de media geweest. De Vijfde Dag, Hollandsche Zaken (met mijn kantoorgenoot mr. Sardjoe), Eén Vandaag, de kranten, en op 10 oktober 2013 zal Zembla een uitzending wijden aan de vechtscheiding. Eens in de zoveel tijd is er zo'n opleving in de media.

De deskundigen zijn het er unaniem over eens dat een vechtscheiding de belangen van kinderen ernstig schaadt, zowel op korte als op lange termijn. De gevolgen zijn makkelijk uit te tekenen: kinderen worden gestoord in hun kind zijn, en missen een rustige en vertrouwde opvoeding. Vaak hebben ze geen of maar beperkt en moeizaam contact met de niet-verzorgende ouder en voelen ze zich niet vrij een leuke tijd bij die andere ouder te hebben (vertellen hoe leuk het bij de andere ouder was wordt meestal niet in dank afgenomen).

Een kind voelt de spanning heel goed aan, gaat zich daartegen wapenen, en komt in een loyaliteitsconflict terecht. Wanneer de verzorgende ouder daarbij ook nog eens op een negatieve manier blijft inpraten over de andere ouder, kan een kind zelfs die andere ouder (willen) verstoten. Een kleine opmerking kan al effect hebben op een kind, laat staan dat er een dagtaak van wordt gemaakt.

Het ouderverstotingsyndroom, ook wel het PAS-syndroom (naar prof. Gardner, Parental Alienation Syndrome), is een vorm van kindermishandeling en zal een diep litteken in de psyche van een kind slaan. Het behoeft geen nader betoog dat kinderen hiertegen moeten worden beschermd. Hoewel iedereen het daar wel eens over lijkt te zijn, blijkt in de praktijk de daad niet bij het woord gevoegd te worden. Degene die daar een rol in kunnen hebben, zijn in de eerste plaats de ouders zelf. Daarnaast heeft de politiek invloed, en natuurlijk de rechters en advocaten.

Rol van de ouders

Het begint bij de ouders. Kennelijk kan de strijd zo hevig zijn dat de gevoelens van je eigen kind uit het oog wordt verloren. ‘Liever zit ik de andere ouder zo dwars dat hij/zij geen contact meer met zijn/haar kind heeft, dan dat ik mijn kind behoed voor te veel schade in die toch al ingrijpende gebeurtenis in zijn/haar leven’ is dan de gedachte. Het geeft geen blijk van een goed en verantwoordelijk ouderschap. Leg dat later je kind maar eens uit.

Als ouders uit elkaar gaan, zal daar een reden voor zijn. Dat ze ruzie hebben en niets meer met elkaar te maken willen hebben is te begrijpen, maar als er een kind in het spel is ligt het duidelijk anders en is er nog iemand om rekening mee te houden. Een kind schept nu eenmaal verplichtingen en verantwoordelijkheden, en die verdwijnen niet als je gaat scheiden.

Slaagt een ouder er zelf niet in om over zijn/haar schaduw heen te stappen, dan ligt er een taak voor diens sociale omgeving (vrienden en familie) om kritisch te zijn. En uiteraard de rechter en de advocaten.

Rol van de politiek

De politieke agenda van een partij bepaalt in de regel hoeveel aandacht er is voor problemen in de samenleving. Het familierecht scoort in die zin al jaren niet erg hoog. Vanuit de Stichting Dwaze Vaders wordt al tijden geprobeerd contact te krijgen met de politiek, zonder al te veel resultaat. Na een (eenmalig?) gesprek met een Kamerlid van de VVD, daarbij aanwezig Leo Bevaart, mijn twee kantoorgenoten en ik, bleef het angstvallig stil. Graag zouden we de politiek laten weten hoe het in de praktijk gaat, maar daar is kennelijk óf geen behoefte aan, óf het heeft geen prioriteit.

De politiek kan als wetgever een duidelijk signaal afgeven aan de maatschappij, en daarmee ook aan de rechters. Hoewel de trias politica uitgaat van een scheiding van de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht, hoeft dat een krachtige boodschap vanuit de politiek niet in de weg te staan.

In maart 2009 heeft de wetgever met de wetswijziging ‘Voortgezet ouderschap na scheiding’ de positie van de niet-verzorgende ouder willen verbeteren. Juist in de vechtscheidingen delven de niet verzorgende ouders het onderspit, en blijkt het opgenomen recht voor kinderen op een gelijkwaardige verzorging van beide ouders in de praktijk weinig voor te stellen. Het beoogde doel van de wetswijziging werkt dus niet: waar is de politiek nu om er iets aan te doen?

Rol van de rechter

Als het dan niet vanuit de politiek komt, kunnen rechters ook zelf het heft in handen nemen. De rechter heeft een grote en beslissende rol in de (echtscheidings)procedure. Indien de rechter toestaat dat contacten met ouders worden gefrustreerd, ouders daar niet keihard op worden aangesproken en er geen gevolgen aan worden verbonden, blijven de problemen in stand. In een vorige column heb ik al eens aangegeven dat ik van mening ben dat de meeste rechters veel te soft en te weinig daadkrachtig optreden. Dat schaadt naar mijn mening het aanzien van de rechter, en daarmee ook de waarde en geloofwaardigheid van diens beslissing: het komt niet zelden voor dat een beschikking terzijde wordt geschoven, en er voor eigen rechter wordt gespeeld.

De oorzaak van een vechtscheiding zit in strijd die partijen (willen) voeren. Daar kan en moet je ouders op aanspreken, en vooral ook duidelijk maken dat de strijd niet tot gevolg zal hebben dat een kind het contact met één van de ouders zal missen. Wordt de zorgregeling toch gefrustreerd, dan moet dat gevolgen hebben.

De rechter mag wat mij betreft ook veel kritischer zijn op advocaten die een bijdrage leveren aan vechtscheidingen. Stukken vol met verwijten en diskwalificaties, stukken die op het laatste moment worden ingediend, het draagt niet bij aan een oplossing. Zolang rechters het allemaal goed vinden, voelen veel advocaten zich niet geroepen zich anders op te stellen.

Rol van de advocaat

De advocaat is een belangrijke speler in het geheel. Zowel in als buiten de procedure ligt er een taak voor de advocaat om te zoeken naar een oplossing, en er zoveel mogelijk voor te zorgen dat de zaak niet escaleert. Dat kan je als advocaat sturend in zijn, als je maar wilt en kritisch durft te zijn.

Ik denk dat te veel advocaten alleen het belang van hun eigen cliënt voor ogen hebben, en dat er te veel zijn die zich voor een karretje laten spannen. Juist bij zaken waarbij kinderen in het spel zijn, heeft de advocaat naar mijn mening ook het belang van een kind in acht te nemen en te respecten. Dat betekent dat je kritisch moet zijn op je eigen cliënt. Dat is lang niet altijd makkelijk, maar is wel noodzakelijk. Een advocaat is 'dominus litus', dat wil zeggen leidend in de zaak. Uiteraard is er overleg met de cliënt, doch uiteindelijk beslist de advocaat over de te volgen koers en over de inhoud van de (proces)stukken. De advocaat zet immers een handtekening onder de stukken.

Vanuit het gedragsrecht wordt de advocaat veel vrijheid toegedicht in de uitoefening van zijn vak. Dat is inherent aan de rol van advocaat als belangenbehartiger, maar neemt niet weg dat er vanuit de Orde van Advocaten veel meer aandacht zou moeten zijn voor de rol van de advocaat in het familierecht. Wij hebben binnen ons kantoor helaas niet de ervaring dat de Dekens in Nederland kritisch willen zijn op advocaten die de strijd in stand houden of voeden. En dat terwijl de politiek bezig is het toezicht op de advocatuur te verscherpen.

Rol van de Raad voor Kinderbescherming / Bureau Jeugdzorg

Het lijkt er op dat instanties als de Raad voor Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg nog steeds een terughoudende houding aannemen in ontspoorde zaken, en zich niet kritisch durven of willen uitlaten over de ouder die de boel aan het frustreren is. Te vaak wordt de frustrerende ouder beschermd (in praktijk vaak de moeder), en diens handelen bedekt met de mantel der liefde. Het gevolg is dat er adviezen komen als ‘eerst rust’, ‘eerst hulpverlening (de wel bekende speltherapie)’, ‘rustig opbouwen’, ‘opbouw onder begeleiding’ enzovoorts.

Naar mijn mening zou de Raad voor Kinderbescherming niet enkel een advies aan de rechtbank moeten uitbrengen, maar juist ongezouten aangeven waar het probleem zit, ouders op hun verantwoordelijkheid aanspreken, en vooral ook aangeven hoe het probleem moet worden opgelost. Dat betekent wel dat de raadsmedewerker zich niet de kaas van het brood moet laten eten, en kritisch moet durven zijn. Zowel in de rapportage als op de zittingen.

Conclusie

De vechtscheiding bestaat al jaren, en zal ook nog jaren blijven bestaan. Helaas. Dat neemt niet weg dat er vanuit verschillende kanten invloed is uit te oefenen op het verloop van een vechtscheiding, waarmee de omvang van de strijd kan worden beperkt of misschien zelfs kan worden voorkomen.

Dat betekent wel dat de politiek zich zal moeten laten horen, dat rechters zich moeten laten gelden en dat advocaten hun verantwoordelijkheid moeten nemen door niet mee te gaan in de strijd en door kritisch te zijn jegens de eigen cliënten. En het betekent niet in de laatste plaats dat ouders zelf in de spiegel moeten kijken, en moeten denken aan hun eigen kind in plaats van aan die 'verschrikkelijke' andere ouder. Die andere ouder is nu eenmaal wel de ouder van het kind. Iedere ouder gunt zijn eigen kind het beste, toch?

mr. J.M. Wigman, advocaat in Den Haag Wigman & Sardjoe advocaten

 

Contactinformatie

Adelheidstraat 8
2595 ED Den Haag

Tel: 070 - 3818915

info@wigmansardjoe.nl